Nieuwegein en politiek, het blijft een fascinerende combinatie. Waar landelijk de kaarten voortdurend worden geschud, laat de lokale peiling van pen.nl zien dat onze stad z’n eigen dynamiek kent. De cijfers spreken boekdelen: de PVV blijft met 22% de grootste, maar de marge met de rest is minder royaal dan bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023. Toen was Wilders’ partij nog goed voor 27% in Nieuwegein. Nu lijkt het enthousiasme iets afgekoeld, of in elk geval gestabiliseerd.

Opvallender is de comeback van het CDA. Waar de partij landelijk vaak worstelt met haar profiel, pakken de christendemocraten in Nieuwegein stevig door: 19%. Dat is meer dan een verdubbeling vergeleken met de Europese verkiezingen eerder dit jaar. Het lijkt erop dat juist de degelijkheid van het CDA, dichtbij de wijken en buurthuizen, weer aanspreekt.

De derde kracht is PvdA/GroenLinks met 17%. Geen slechte score, al is het wel een tikje lager dan het bijna gelijkspel met de PVV bij de Europese verkiezingen in juni. In Nieuwegein is de linkse samenwerking dus zeker aanwezig, maar ze moet blijven vechten om niet weggedrukt te worden door het blauw van het CDA en het rechtse geluid van de PVV of JA21 of hier juist met de lokale partijen als het om de gemeenteraadsverkiezingen in 2026 zou gaan, want lokaal in Nieuwegein doen de PVV en JA21 niet mee. Wel Forum voor Democratie maar dat zet geen zoden aan de dijk.

Interessant is ook de categorie “Anders” (12%). Dat zegt veel over de politieke versnippering in onze stad. Nieuwegein heeft 11 fracties in de gemeenteraad. Denk aan lokale partijen als VSP, Lokale Vernieuwing, De Unie of Núwegein en ieders Belang. Nieuwegeiners houden er blijkbaar van om niet alleen de landelijke labels te volgen, maar ook te kiezen voor het nabije en herkenbare.

Verder zien we dat de VVD met 11% flink kleiner is dan in haar gloriedagen. Waar ze ooit de vanzelfsprekende tweede viool speelden in Nieuwegein, lijken liberalen terrein te verliezen aan zowel CDA als PVV. JA21 (8%) doet juist opvallend goed mee: een teken dat het rechtse kiezersveld breder wordt dan alleen Wilders. D66 (4%) en FVD (4%) blijven hangen in de marge, terwijl BBB (2%) en NSC (0%) nauwelijks voet aan de grond krijgen. De BoerBurgerBeweging was in de provincie nog een reus, maar lokaal lijkt de boer in Nieuwegein ver weg.

En dus staan we voor een interessant plaatje: een stad die verdeeld is tussen drie blokken – PVV, CDA en PvdA/GroenLinks – met daaronder een bonte stoet aan kleinere spelers. Het maakt de vooruitblik naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 spannend. Want stel je eens voor dat de PVV en het CDA samen optrekken in Den Haag (wat niet gebeurd), dan zou er een stevige meerderheid in zicht zijn in 2026. Maar net zo goed kan er een verrassende coalitie ontstaan waarin lokale partijen de doorslag geven. De VSP is de grootste lokale partij in Nieuwegein en die kan, gelet op de onvrede bij de 50-plussers én met de komst van de nieuwe leider Jan Struijs voor de ouderen partij in Den Haag, alleen maar groter worden.

Nieuwegein laat zien dat politiek nooit saai is. Het is geen blauwdruk van Den Haag, geen simpele afspiegeling van landelijke trends. Het is een stad die haar eigen weg zoekt, met een vleugje traditie, een flinke scheut protest en altijd ruimte voor het eigenwijze geluid van “Anders”.

Tinus A.I.